Het met elkaar (on)eens zijn en je mening op een effectieve manieren leren brengen. Daar gaan de masterclasses van Discussiëren Kun je Leren (DKJL) over. Voor De Driemaster organiseerde DKJL de eerste Almeerse Debatbattle in het stadhuis. Een première in Almere voor het po.

foto 2

 

Domein burgerschap

Invulling geven aan het domein Burgerschap is een uitdaging waar veel scholen momenteel voor staan. Belangrijke voorwaarden zijn dat leerlingen naar elkaar (leren) luisteren en hun mening uiten op een respectvolle en effectieve manier. En juist dat is wat DKJL scholen biedt. Sophia Boucher van DKJL vertelt: ‘Natuurlijk gaan leerkrachten elke dag in gesprek met hun leerlingen, maar het heeft écht meerwaarde om iemand van buiten in de groep te hebben. Een buitenstaander is neutraal, de focus is op dat moment echt op het discussiëren, kinderen kunnen sociaal wenselijke meningen een beetje loslaten en vooral… we willen dat het voelt als iets wat leuk is.’

‘Behalve in het domein van burgerschap, gaan onze lessen natuurlijk ook over mondelinge taalvaardigheid en woordenschat.’

Sophia Boucher – contactpersoon Discussiëren Kun Je Leren

Ontstaan en doel van DKJL

DKJL bestaat al bijna 20 jaar. Oprichter Chantal Deken wilde kinderen met de verharding van het debat in de politiek en samenleving tools in handen geven om in gesprek te gaan. In Amsterdam is dat inmiddels uitgegroeid tot een debatcultuur waarbij 88 klassen discussieerlessen volgen die uitmonden in een jaarlijkse Amsterdamse Debatbattle in Theater DeLaMar. Sophia: ‘Uiteraard gaat het niet zozeer dat er een winnaar uitkomt, maar het maakt het voor kinderen wel extra speciaal en ook fun.’ Ook traint DKJL in Amsterdam leerling- en wijkraden en zijn er naschoolse programma’s in samenwerking met stadsdelen.

In Almere verzorgde DJKL al programma’s in het voortgezet onderwijs, in het praktijkonderwijs en op het mbo, maar nog niet in het primair onderwijs. Schoolleider Michelle Brown van De Driemaster introduceerde het programma van DJKL op haar school. Michelle: ‘Ik kende DKJL al uit mijn tijd als leerkracht en schoolleider in Amsterdam en vond het ontzettend leuk om deze naar Almere te halen.’ Ze pakte het direct groots aan: de kinderen van groep 7 mochten het slotdebat direct doen in de raadszaal van de gemeente.

Misschien wordt dit wel het begin van een mooie debattraditie in Almere. Sophia hoopt het: ‘Het helpt kinderen maar ook leerkrachten om meer van elkaar te horen en elkaar beter te begrijpen.’

 

Opzet van de lessen

De lessen van DKJL kunnen in principe al vanaf groep 4 gegeven worden. Meestal kiezen scholen ervoor ze te geven in groep 7. Maar ook in het vo en mbo is DKJL actief.

Voorafgaand aan het slotdebat zijn er vijf lessen waarin leerlingen in de veilige omgeving van de klas de spelregels van debatteren leren. Sophia: ‘Behalve in het domein van burgerschap, gaan onze lessen natuurlijk ook over mondelinge taalvaardigheid en woordenschat. De focus ligt niet op het wedstrijdelement, maar op het formuleren van je gevoel. Bij DKJL gaat het om luisteren naar elkaar, contact maken en inlevingsvermogen Wat is nu eigenlijk het verschil tussen een feit en mening? Hoe verkondig je jouw mening? Welke argumenten kun je daarbij gebruiken?  Niet iedereen leert thuis discussiëren. In het kader van kansengelijkheid is het dus goed dat alle kinderen de kans krijgen om dit op school te leren.’

Naast de gesprekstechnieken denkt DKJL voortdurend na over zinvolle, prikkelende stellingen waarover leerlingen van gedachten kunnen wisselen. Sophia: ‘We hebben inmiddels een hele database met onderwerpen, maar die stellen we steeds weer bij. Denk aan een onderwerp als mentaal welzijn dat nu erg speelt. Ook laten we leerlingen meedenken over stellingen.’

Hieronder staan enkele stellingen uit het debat en mooie citaten van leerlingen van groep 7 van De Driemaster.

 

Wat vinden de leerlingen van De Driemaster?

Stelling 1e ronde: school moet het weten als het thuis niet goed gaat
  • ‘School is eigenlijk een tweede huis, want je bent daar heel vaak, als het niet goed gaat moet school dat weten, omdat je dan hulp kan krijgen.’
  • ‘Het hangt ook af van de persoon, sommige zijn heel onzeker, en willen niet dat heel veel juffen het weten als het niet goed gaat thuis.’
  • ‘Misschien als er iemand is op school die je kunt vertrouwen, een juf of een beste vriendin, dan kan je daar terecht.’
  • ‘Als de school een beetje psychologie leert in een cursus, de kinderen ook beter gaat begrijpen, en dan sneller opmerken als het niet goed gaat. Zij moeten op de leerlingen passen. Als ik meer over mijzelf weet dan weet ik ook wanneer het niet goed gaat en ik het aan een leraar moet vertellen.’
  • ‘Als school weet dat het thuis niet goed gaat, dan kunnen zij ook veilig thuis bellen, dan kan het kind even ergens anders naartoe. Ik kende iemand die werd mishandeld, dat vond ik echt heel zielig omdat hij zich ziek voelde van de angst.’
Stelling 2e ronde: kinderen die in armoede opgroeien, hebben extra hulp nodig op school
  • ‘Kinderen die in armoede opgroeien kunnen wel hulp krijgen van school, want het is niet eerlijk als kinderen met rijkere ouders worden bevoordeeld.’
  • ‘Ik vind dat kinderen die op school zitten allemaal een uitje verdienen. Als iemand geen geld heeft voor eten, dan kun je diegene een broodje geven.’
  • ‘Ik vind dat school wel eten moet regelen, je kunt ook hulp vragen aan organisaties zoals de voedselbank.’
  • ‘School kan je ook helpen met leren na schooltijd, omdat niet iedereen geld heeft voor huiswerkbegeleiding. Het is belangrijk dat iedereen gelijke kansen krijgt.’
  • ‘Ik vind het wel belangrijk dat de politiek en de school een afspraak maken, zodat iedereen mee kan op schoolreisje.’
  • ‘Fijn dat er op school appels zijn, zodat iedereen een stuk fruit kan eten.’
  • ‘Ik denk dat de school wat extra huiswerkklassen kan geven zodat iedereen gelijke kansen krijgt. Als je het thuis moeilijk hebt dan hebben je ouders vaak geen tijd voor je omdat zij veel werken, dan is het ook fijn als er afleiding is zodat je daar even niet over na hoeft te denken.’
  • ‘Als ouders veel gaan werken omdat zij in geldnood zitten dan kan je je ook heel eenzaam voelen omdat je veel alleen thuis bent.’